In de eerste helft van dit jaar zijn ruim 85.000 warmtepompen geïnstalleerd in woningen, een toename van 80 procent in vergelijking tot dezelfde periode in 2022. Dat blijkt uit cijfers van de Vereniging Warmtepompen die maandelijks de verkoop van warmtepompen van haar leden volgt. Voor heel 2023 verwacht de vereniging dat er 170.000 warmtepompen worden verkocht, 60 procent meer dan in 2022.
Het aandeel nieuwe warmtepompen voor nieuwbouwwoningen wordt geschat op ruim 50.000 – per definitie all-electric – warmtepompen in 2023. In de nieuwbouw neemt het aandeel water/water-warmtepompen met bodemenergie of PVT als bron toe met 20 procent ten opzichte van vorig jaar. Het aandeel lucht/water warmtepompen in de nieuwbouw neemt daarmee volgens de Vereniging Warmtepompen af. De verwachting voor de bestaande woningbouw is 120.000 warmtepompen in heel 2023, ruim een verdubbeling. De verhouding all-electric/hybride in de bestaande woningbouw blijft vooralsnog fifty/fifty, evenals vorig jaar.
Toename geheel in lijn met energietransitie
Geheel in lijn met de verdere verduurzaming van de gebouwde omgeving, zet de groei van warmtepompen in de bestaande woningbouw verder door. Hoewel materialentekorten en daarmee de levertijden verder teruglopen en een deel van de groei dus bestaat uit nalevering van openstaande bestellingen, is er tevens significante autonome groei. Maar er zijn nog genoeg andere aandachtspunten waar Vereniging Warmtepompen en haar leden komende jaar samen op focussen, richting ruim 300 duizend warmtepompen per jaar en bijvoorbeeld ook de nu nog ontbrekende groei in het utiliteitssegment.
‘Voortzetting beleid nodig’
“Na de val van het kabinet hopen we dat het demissionaire kabinet zal lukken om belangrijk staand beleid door te zetten, dat nodig is om de warmtepomp zijn rol verder te laten pakken in de energietransitie”, meldt Frank Agterberg, voorzitter Vereniging Warmtepompen. Hij zegt dat de warmtepompen-branche ook nu standvastig blijft om zo snel als mogelijk van het aardgas af te gaan: “daar hebben we wél voortzetting van beleid voor nodig.”
