Productlijst

Bouwproducten Bouwproducten

Biodiversiteit en het gebouw: materiaal, ontwerp en de 'blinde vlek’

Door Herman de Haan Geomares

Orga-impressie.jpg

Zonder biodiversiteit geen leven. Het is een fundamenteel mechanisme in het natuurlijke systeem. In de afgelopen decennia hebben architecten maar weinig aandacht gehad voor de natuur bij het ontwerpen van de omgevingen waarin we wonen en werken. Dit met als gevolg dat het in onze directe omgeving niet best is gesteld met de biodiversiteit. Inmiddels zitten we in een ander tijdperk. Houtbouw en biobased materialen zijn gearriveerd, of beter gezegd terug van weggeweest. Maar geldt dat ook voor het biodivers ontwerpen en bouwen? Ja en nee, volgens Gijs Bruggink van architectenbureau ORGA-architect in Nijmegen. Hij onderzocht de relatie tussen biodiversiteit enerzijds en de bouw & het ontwerpproces anderzijds. ORGA architect is een door de natuur geïnspireerd architectenbureau dat biobased architectuur maakt.

De bouwmaterialen die we kiezen hebben een grote impact op de biodiversiteit. Niet zozeer op de plek waar wordt gebouwd, maar wel daar waar de grondstoffen voor die materialen vandaan komen. Tegenwoordig kiezen we steeds meer voor natuurlijke materialen, vanwege de hergroeibaarheid, de opslag van koolstof en de effecten op de gezondheid. “Maar letten we daarbij wel voldoende op de impact van de teelt en oogst op de biodiversiteit?”, vraagt Bruggink zich af.

Hout heeft keurmerken als bijvoorbeeld FSC en PEFC. Deze garanderen dat bossen waar het hout vandaan komt duurzaam beheerd worden. Dat betekent selectief kappen zodat het bos z’n biodiversiteit en veerkracht behoudt. Biodivers bouwen in hout gebeurt alleen met gecertificeerd producten. ,,Dan weten we dat de biodiversiteit van bosbouwgebieden intact blijft en ons in de toekomst kunnen blijven voorzien van deze steeds belangrijker wordende grondstof.”

Biobased alternatieven

Mede door de grotere vraag naar hout en daarmee gepaard gaande prijsstijgingen wordt er meer en meer gezocht naar biobased alternatieven. Bruggink: “De vraag is dan welke elementen in het biobased gebouw die vaak nog uit hout bestaan zouden we uit kunnen voeren met materiaal uit andere biobased vezels. En waar kunnen we deze vezels vandaan halen? Kunnen we deze gewassen misschien zelf in Nederland verbouwen?”

Orga-vezels.jpg

Afbeelding: Gewassen die grondstof kunnen zijn voor het biobased bouwen: hennep, olifantengras, lisdodde en vlas.

Je zou kunnen zeggen dat we in een soort tweede biobased revolutie zitten. Met grondstoffen als stro, hennep en vlas, bekend van onder andere strobouw-systemen, de kalkhennep-bouwblokken of met vlas geïsoleerde wand- of dakdozen. Daar kwam de laatste jaren nog een hele reeks andere gewassen bij die geschikte vezels leveren voor gebruik in isolatiematten, plaatmaterialen en biocomposieten, zoals bijvoorbeeld olifantengras, lisdodde of resten uit de voedselteelt.

 ,,Enorm interessante ontwikkelingen. Er zijn zelfs complete stedenbouwkundige plannen waarin een regio deels ontwikkeld wordt tot vezelteeltgebied, om vervolgens met gebruik van die grondstof grootschalig woningen te gaan bouwen”, zegt Bruggink. Maar, het grootste gevaar voor de biodiversiteit dat dan op de loer ligt is de ‘monocultuur’, het eenzijdig verbouwen van een gewas. ,,Dit gebeurt vaak omdat men op korte termijn aan de vraag naar een specifieke grondstof wil voldoen. Het leidt tot het uitputten van de bodemvruchtbaarheid. Tevens kunnen plantenziekten zich hierdoor beter ontwikkelen, waardoor meer bestrijdingsmiddelen ingezet moeten worden. Beiden slaan gaten in het lokale ecosysteem en zijn enorm slecht voor de biodiversiteit van het gebied.”

Een eeuwenoude en beproefde oplossing hiervoor in de landbouw is wisselteelt: door op dezelfde locatie af te wisselen met gewassen die ieder de grond op een andere manier gebruiken en verrijken ontstaat er een natuurlijke balans. ,,Ook onderdeel van traditionele landbouw is het aantrekken van insectensoorten met gerichte beplanting. Deze insecten vormen een natuurlijk bestrijdingsmiddel zodat het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen kan worden teruggedrongen.”

Orga-impressie2.jpg

Afbeelding: Verticaal bos in Huanggang, China (Foto: Stefano Boeri Architetti)

‘Groene’ architectuur

Architecten die natuur in een ontwerp willen brengen, grijpen vaak als eerste naar het aanbrengen van groen. ,,We zien dan technische groenwanden of gevels vol met plantenbakken waarin bomen groeien, zelfs op grote hoogtes.” Esthetisch gezien een enorme stap vooruit ten opzichte van de beton- en staalkolossen waar steden vol mee staan. Op het gebied van biodiversiteit doet dit volgens Bruggink echter weinig: “Biodivers bouwen doe je door in het gebouw- of gebiedsontwerp ruimte aan te brengen voor de natuur om in al haar vormen op te bloeien. We spreken dan van een ecosysteem waarin, ongeacht de schaal, een grote variëteit aan levensvormen kan gedijen, contact heeft en elkaar voedt. Tenzij er echt sprake is van natuurlijke groenwanden of daktuinen van enige omvang krijgt de biodiversiteit in de bovengenoemde ‘groene’ architectuur onvoldoende kans om zich te ontwikkelen.”

Daadwerkelijk groene gebouwen zijn volgens Bruggink zo ontworpen dat de omliggende natuur (of andere groene gebouwen) doorgetrokken wordt op het kavel en het gebouw:  ,,Biodiversiteit houdt immers niet op bij de grens van een kavel maar vaart wel bij een natuurlijke netwerk van kleine en grote overlappende ecosystemen.”

Orga-impressie3.jpg

Afbeelding: Natuurinclusiviteit ontwerp voor CPO Elzendal in Nijmegen (foto: ORGA architect)

Biodivers bouwen en ontwerpen begint met het kijken naar wat er op de locatie en het omliggende gebied te vinden is qua planten- en dierenleven. Dat geeft de ontwerpers van gebouw en landschap uitgangspunten voor de natuurinclusieve ingrepen. Het hanteren van een brede benadering bij het ontwerpen is volgens Bruggink essentieel. Het streven is namelijk om een compleet ecosysteem aan te brengen door een leefomgeving te creëren voor planten, zoogdieren, vogels en insecten.

 ‘Nestkastjes alleen zijn niet genoeg’

,,Wat nestkastjes aan de gevel hangen is nuttig, maar daar mag het zeker niet bij blijven. Begin met verschillende ondergronden, lage beplanting en liefst een vijver zodat je een grote variëteit aan insecten krijgt. Daar komen dan vervolgens weer verschillende soorten vogels en vleermuizen op af. Beschutting van struikgewas en bomen bieden plekjes voor kleine zoogdieren. Zo komt er een permanente natuurlijke kettingreactie op gang met lokale biodiversiteit als resultaat”, legt Bruggink uit.

Het uiteindelijke doel is een omgeving creëren waarin mens en natuur samen optrekken en elkaar van dienst zijn. ,,Het loont dan ook de moeite als ontwerper om samen met de gebruikers vooruit te kijken, voorbij ontwerp en bouw. Kleine ingrepen en aanpassingen kunnen soms een groot verschil maken. Stel bijvoorbeeld de buitenverlichting zo in dat ze naar beneden is gericht zodat vleermuizen ‘s nachts geen hinder ondervinden. Snoei ook niet in een keer alle struiken zodat kleine dieren geen beschutting meer hebben.”

De blinde vlek: micro biodiversiteit

En dan is er nog micro biodiversiteit. ,,Bij biodiversiteit wordt vooral gedacht aan dieren en planten, leven dat direct zichtbaar is. Het belang van het microbiotische leven wordt echter vaak onderschat. Microben bepalen in de grond de veerkracht, vruchtbaarheid en dus de kwaliteit van de voedingsbodem van al het leven op land.”

Bruggink: ,,Ook in het menselijk lichaam spelen microben zoals bijvoorbeeld bacteriën een belangrijke rol. In de spijsvertering leven duizenden soorten microben die zorgen voor de verwerking van voedingsstoffen en je zo gezond houden. Het is niet de hoeveelheid, maar de rijkdom en variëteit van het microbiotische leven dat mensen veerkrachtig en gezond houdt. De bacteriële diversiteit is in de eerste plaats afkomstig van het voedsel dat je binnenkrijgt. Minstens zo belangrijk voor de bacteriële rijkdom is echter wat je opneemt via de huid en de longen vanuit de lucht waar je dagelijks mee in contact komt.”

De hoogste diversiteit aan microbiotisch leven treffen we aan in de grond van natuurlijke landschappen. Regelmatig een boswandeling maken of de kinderen vrij in de natuur laten spelen is ook om deze reden gezond. ,,De meeste tijd brengen we echter door in de gebouwde omgeving en die is eigenlijk de laatste eeuwen alleen maar meer kunstmatig en klinisch geworden. Bij mensen uit de steden wordt dan ook een aanzienlijke lagere diversiteit aangetroffen. En ondanks alle aandacht voor gezonde gebouwen de laatste jaren wordt hier in de bouw vrijwel niet over gesproken.”

Orga-impressie4.jpg

Afbeelding: Basisschool De Verwondering, Almere (foto: ORGA architect)

Meer natuur in gebouw halen

Het belang van biodiversiteit op microniveau is dus nog een reden om meer natuur in het gebouw te halen. Maar hoe doe je dat? ,,In de eerste plaats door te zorgen dat de rijke buitenlucht naar binnen komt. Natuurlijk ventileren verdient op dit vlak dus sterk de voorkeur. Door te bouwen met natuurlijke materialen breng je ook veel meer micro diversiteit in het binnenklimaat. En verder zorgen planten en dieren ook voor een gezonde impuls. “Dit aspect van gezond bouwen is nog amper verkend en er is dan ook nog veel ruimte voor verbetering.”

In de Nederlandse bouwsector zijn volgens Bruggink al wat passen in de goede richting gezet, zoals de recente groei van houtbouw en grotere aandacht voor biobased materialen en natuurinclusiviteit. ,,Maatschappij brede acceptatie en opschaling moeten de volgende stappen zijn. Tevens dienen we verkennend onderzoek te ondersteunen om te voorkomen dat we cruciale steunpilaren in het kaartenhuis, zoals de microben, niet over het hoofd zien.”  

Bij de hoofdafbeelding: Impressie van een natuurlijke woonomgeving (Foto: ORGA architect)

Meer in "Ontwerp en calculatie"

Bekijk meer →

Interessante content voor Bouwproducten?

Stuur persberichten of andere content naar: [email protected]

Herman de Haan

Bouwproducten maakt gebruik van cookies op haar websites, om uw surfervaring aangenamer te maken.

Privacybeleid